
Met de paplepel erin geslagen. Uren kon ik er naar kijken. Of luisteren. Ik vond het heerlijk als er voorgelezen werd uit het grote sprookjesboek. Versleten heb ik ze, video’s toentertijd nog. Ik had zelfs cassette luister sprookjes. Je weet wel, old skool bandjes! Die ik met mijn walkman de hele dag door afspeelde. Al bladerend door het bijbehorende boek zag ik ze voor me. Prinsessen met prachtig mooi lang glanzend haar. Kleurrijke jurken met glazen muiltjes. Een kikker die door een simpele zoen in een prins verandert. Een lelijk klein eendje dat transformeert in een prachtige zwaan. Hans met zijn snoepend grietje. De prins triomfantelijk galopperend op zijn paard. Rapunzel die wordt bevrijd uit haar toren. En Doornroosje verliefd tot over haar oren. Ok, eerlijk is eerlijk. Af en toe verscheen er een slechterik, een heks, een wolf of een reus. Maar ik kon er blind op vertrouwen, heus, een paar bladzijden verder was alles weer precies zoals het hoorde te zijn. En uiteraard. Iedereen leefde lang én gelukkig.
Zou het daar allemaal begonnen zijn? Worden wij al op hele jonge leeftijd geconditioneerd om braaf en geduldig te wachten totdat een of andere held ons komt redden? Willen we daarom alle slechteriken in ons eigen verhaal doden of opsluiten? Kijk ik nog steeds door mijn diamanten prinsessenbril? Wordt nostalgie ineens tragedie?
Als klein meisje kon ik me prima verkleden tot prinses in mijn moeders kledingkast. Kreeg ik applaus en erkenning als ik me waande in mijn fantasieverhaal. Maar ergens tijdens het volwassen worden moest er plaats worden gemaakt voor realiteit. En werden sprookjes verleden tijd. Ironisch is het bijna. Wij, meisjes van vroeger, vrouwen van nu. Overspoelt, of hersenspoelt, met verhalen van “er was eens… en voor altijd”. Vind je het gek?! Dat we het soms niet meer weten. Dol worden. Ineens compleet de weg kwijt.
Heel diep van binnen, meisjes van vroeger, vrouwen van nu, willen we allemaal hetzelfde. Veroverd worden. Gered, bevrijd, bemind, aanbeden. We willen ons uniek voelen. Speciaal, anders, bijzonder, geen 13 in een dozijn. We willen iemand die voor ons vecht. Een rots. Een persoonlijke held. Natuurlijk wel eentje die ook zijn gevoelens aan ons vertelt. Dapper, slim, sterk, stabiel en loyaal. Betrouwbaar, zorgzaam, gevoelig, fatsoenlijk, gewoon dat allemaal. Vangt ons op zodra we vallen. Tilt ons over zware drempels heen. Laat ons lachen op de naarste momenten. En houdt ons op het rechte been. Uitzonderingen daargelaten, zoals altijd. Ik zelf was ook zo’n stoere meid. Ik wilde zelf de jager zijn. Dat deed ook, dacht ik, een stuk minder pijn. Hoe harder ik mijn prooi opjoeg, hoe sneller zij gingen rennen. En als ik dan eindelijk iets te pakken had, was ik het al veel te snel weer zat. Maar ook ik snakte heel diep van binnen naar dat gevoel zoals hierboven beschreven, het beminnen. Het lief hebben, liefde krijgen liefde geven. Een eigen sprookje beleven.
In de nuchtere realiteit bestaan sprookjes natuurlijk niet. Is het leven soms hard, en maakt lang en gelukkig soms plaats voor verdriet. Misschien gaat het in het echte leven helemaal niet om lang en gelukkig nastreven. Maar misschien gaat het er juist om hoe we ons eigen verhaal van dag tot dag beleven.
Sprookjes, tragedie of nostalgie? Voor mij persoonlijk zit het allemaal in de Magie. De magische boodschap van elk prachtig verhaal. Dat vol zit met bijzondere lessen, keer op keer weer een ander moraal. Misschien zijn sprookjes daarom wel tijdloos en stiekem heel erg normaal.
Share this story